English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word plot

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(allotment)
(intrigue; scheme)
🔗 No such plot exists.
(conspiracy; collusion);
samenspanning
;
;
(collude; contrive; connive);
🔗 Not only had Russian intelligence services failed to prevent the attack, they said, but Putin had failed to heed warnings from the United States that extremists were plotting to target Moscow.
(building site; site)
(conspirator)
komplotanto
(conspirator)
komplotinto

EnglishDutch
plot bekokstoven; bekonkelen; beramen; complot; complotteren; in kaart brengen; intrige; intrigeren; konkelen; konkelfoezen; ontwerpen; perceel; plannen maken; plattegrond; samenspannen; samenspanning; samenzweren; samenzwering; smeden; stukje grond; stukje land; terrein; traceren; uitzetten; verwikkeling
building plot bouwgrond; bouwterrein
experimental plot proeftuin
forge plots plannen smeden
lay a plot een samenzwering smeden
plot out in kaart brengen; ontwerpen; traceren; uitzetten
test plot proeftuin
the plot thickens het begint te spannen
counterplot tegenlist; tegenwerken
garden‐plot tuintje
grassplot grasperk; grasveld
marplot spelbreker
plotter intrigant; intrigante; konkelaar; ontwerper; plotter; samenzweerder
plotting gekonkel; gekuip; konkelarij
underplot nevenintrige