Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word raakpunt

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
🔗 Ik heb hierin de belangrijkste punten genoteerd.
(piek)
🔗 De punt van het mes prikte in de huid van zijn keel.
(oog; stip); ;
full stop
;
;
🔗 Zo zijn er scholen die eindcijfers met één punt ophogen.
🔗 Laat men de cirkel terugwentelen, dan komt het punt P in O.
(worden)
🔗 Het huis raakte stampvol.
(aangaan; betreffen; gaan om)
(halen; treffen); ;
🔗 Ze hebben de opslagplaats geraakt.
be tangential to
;
brush with
tanĝi
🔗 Ze trokken verder tot ze in de verre verte de zee de horizon konden zien raken.
(geraken)
end up
🔗 De kar ratelde voort met een aardig vaartje, maar Reith wist dat hij geen kans had door de poort te raken.
(treffen);
🔗 Een druppel raakte hem op zijn schouder en brandde als een gloeiende kool.

DutchEnglish
raakpunt contact point; point of contact
punt apex; chapter; corner; count; cusp; dot; fluke; full stop; head; issue; item; mark; neb; nib; nub; particular; peak; period; point; post; prick; prong; spike; toe; wedge; spire; up; top
raken affect; catch; concern; get; hit; impact; impinge on; impinge upon; reach after; reach at; touch; strike