Information about the word geraken (Dutch → Esperanto: finveni)

Synonyms: aanbelanden, aanlanden, terechtkomen, belanden, raken

Part of speechverb
Pronunciation/ɣəˈrakə(n)/
Hyphenationge·ra·ken

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) geraak(ik) geraakte
(jij) geraakt(jij) geraakte
(hij) geraakt(hij) geraakte
(wij) geraken(wij) geraakten
(jullie) geraken(jullie) geraakten
(gij) geraakt(gij) geraaktet
(zij) geraken(zij) geraakten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) gerake(dat ik) geraakte
(dat jij) gerake(dat jij) geraakte
(dat hij) gerake(dat hij) geraakte
(dat wij) geraken(dat wij) geraakten
(dat jullie) geraken(dat jullie) geraakten
(dat gij) geraket(dat gij) geraaktet
(dat zij) geraken(dat zij) geraakten
Participles
Present participlePast participle
gerakend, gerakende(zijn) geraakt

Usage samples

Het toeval wilde dat ook de markies de Cantecler op zijn ochtendwandeling in de buurt van de herberg geraakte.

Translations

Afrikaansbeland; aanbeland
Englishend up
Esperantofinveni
Frencharriver
Germanhingeraten; geraten
Saterland Frisianloundje
Spanishrecalar
West Frisianbedarje