Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word overduidelijk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
blatant
🔗 Het was overduidelijk dat hij dood was.
(helder);
distinctly
; ;
🔗 De prijzen staan duidelijk vermeld.
(net);
clear‐cut
(kennelijk; klaarblijkelijk);
🔗 „Ceciel,” zei ik, „je woorden hebben een duidelijk vijandige klank.”
(apert; evident; kennelijk; klaarblijkelijk; uitgesproken); ; ;
patent
;
🔗 Die ene weg is natuurlijk de weg waarop we rijden, dat is duidelijk.
(helder; klaar);
distinct
; ;
explicit
;
lucid
🔗 Kun je je duidelijker uitdrukken?
(helder; uitgesproken);
🔗 Dat onderscheid is mij inmiddels duidelijk gemaakt.
(helder)
(na);
🔗 Over een uur vallen we aan.
(voort; uit); ; ; ; ;
(boven; meer dan; boven de); ;
(aan; aangaande; betreffende; in; met; naar; omtrent; op; van; voor; inzake); ; ; ;
🔗 Hebt u vragen over deze brief?
left
;
left over
;
remaining
🔗 Voor mij bleek er dan niet veel eetbaars meer over te zijn.
(aan; boven); ;
🔗 De zon vlamde over de zee.
(aan de overkant van; over … heen); ;
🔗 Nadenkend tuurde Conan over de zee.
(afgelopen; verleden; voorbij; achter de rug);
🔗 De oefening is over.

DutchEnglish
overduidelijk foolproof; very obvious
duidelijk apparent; articulate; blatant; clear; clear‐cut; clearly; distinct; distinctly; evident; explicit; expressively; expressly; in focus; lucid; manifest; marked; naked; neat; obvious; ostensible; overt; patent; perspicuous; plain; plainly; pointedly; unequivocal; square; squarely; self‐evident; in plain terms; in no uncertain terms; transparent; evidently
over about; across; along; at; beyond; by; in; o’er; on; over; past; via; on the subject of; by way of; on top of; above; upwards of; from now; with