Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word klein van stuk zijn

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(luttel; min; gering);
🔗 De kleine man vloekte.
minor
minora
🔗 Ga jij vliegen met kleine kinderen?
🔗 Een kleine groep Nepalezen vecht aan Oekraïense zijde.
🔗 De kleine waarde van de gravitatieconstante verklaart waarom er tussen voorwerpen in het dagelijks leven geen aantrekkingskracht wordt waargenomen.
; ;
belle
(defect; kapot)
broken
;
out of order
(akte; document; papier; schriftuur; oorkonde); ;
🔗 Morgen kom ik zelf met de nodige stukken ter ondertekening.
(brok; fragment); ; ;
piece of music
(gebroken; kapot)
broken
rompita
(stoot)
bit of crumpet
(toneelstuk);
🔗 Zijn gezicht was zo kalm alsof hij in de schouwburg naar een stuk keek waarvan hij verloop en ontknoping al kende.
(deel; gedeelte; onderdeel; part);
🔗 Conan liep op het in elkaar gevallen stuk toe, deed een paar passen achteruit en stormde toen naar voren.
;
🔗 Marie gaf hem een tinnen kom met water en een stuk zeep, welke voorwerpen hij buiten de deur op een bank zette.
(bonk; brok; eindje); ;
🔗 Zoals u wel begrijpen zult, moest ik daarbij wat rotsblokken en stukken boomstronk verwijderen die me in de weg stonden.
(schilderij; schildering; schilderstuk)
🔗 De enige die macht over hem heeft, is de vent die z’n handtekening op het stuk heeft gezet.

DutchEnglish
klein van stuk zijn run small
klein small‐time; baby; bare; cheap; cramped; diminutive; exiguous; little; minor; minute; narrow; nominal; petty; puny; small; tiny; wee; weeny; scrubby; short; tiddly; slight; vest‐pocket
stuk smasher; snatch; bint; bit; cake; cantle; cantlet; chick; chop; clip; cut; cutting; deed; disabled; doll; dolly bird; fragment; head; in pieces; instrument; item; joint; length; lump; man; out of order; peach; piece; play; tablet; unit; slice; stretch; bit of crumpet; way; part; gun; chessman; draughtsman; paper; document; article; security; picture; feat; broken; gone to pieces