English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word bare

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(naked; nude; stark); ;
(bald)
(empty; void; hollow); ; ;
(strip; lay bare)
nudigi
(mere; solitary; single; only)
(reveal; avow; disclose; divulge; uncover; lay bare); ;
(reveal; lay bare); ;
;
(barren; desert; desolate; dreary; gaunt; stark)
lay bare
(bare; strip)
nudigi
lay bare
(reveal; avow; disclose; divulge; uncover; bare)
; ;
lay bare
(reveal; bare)
; ;
lie bare
esti nekovrita
barefoot
;
nudpiede
(hardly; only just; scarcely; scarce); ;
🔗 He barely even noticed the cold, or the wind.

EnglishDutch
bare alleen al; bloot; blootleggen; gering; haarloos; kaal; klein; naakt; onbedekt; ongedekt; ontbloot; ontbloten; ontdekken
eat bare kaal vreten
lay bare blootleggen
lie bare blootliggen
strip bare helemaal uitkleden; poedelnaakt uitkleden
the bare thought de gedachte alleen
the bare truth de naakte waarheid
bareback met een blote rug; ongezadeld
barebacked met een blote rug; ongezadeld
barefaced onbeschaamd; ongemaskerd; onverbloemd; schaamteloos
barefoot barrevoets; blootsvoets; op blote voeten
barelegged met blote benen
barely amper; bloot; enkel; nauwelijks; nipt; open; open en bloot; ternauwernood
baring ontbloting
threadbare afgezaagd; kaal; versleten; versleten tot op de draad