Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord vrezen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(bang zijn; bang zijn voor; duchten; schromen; vrees koesteren voor);
🔗 En waarom vreest ge die?
(bang zijn)
🔗 Zoals ik al vreesde!
(devoot; vroom; godvruchtig)
pious
;
god‐fearing
🔗 De arme jongen was zeer eenvoudig en godvrezend.
(beduchtheid); ; ;
🔗 Welnu, heb geen vrees.

NederlandsEngels
vrezen apprehend; be afraid of; doubt; dread; fear
vrezen voor afraid for; be in fear of; fear for; go in fear of
gevreesd dread; dreaded
godvrezend god‐fearing; pious
vrees apprehension; apprehensiveness; awe; dread; fear; fright; fears; phobia