Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord haken

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
cling to
;
get caught on
🔗 Zijn broek bleef ergens aan haken.
haken naar
(verlangen naar)
ache for
sopiri al
(vasthaken)
hitch on
;
hook on
(loshaken)
unhook
🔗 Maar haak niet af als u nog niet zo ver bent.
(afkoppelen; ontkoppelen)
uncouple
(angel; vishaak)
🔗 De vis zat aan de haak en was opgehaald.
(haakje)
🔗 Er werden haken gegooid en ladders tegen de muren gezet.
🔗 Na het telefoongesprek legde secretaris Steenbreek met bevende vingers de hoorn terug op de haak.
(afhaken)
unhook
unhook
(aanhaken)
hitch on
;
hook on
;
attach

NederlandsEngels
haken crochet; do crochet‐work; hanker; hitch; hook
blijven haken catch; hook
haken naar hanker after; hanker for; long for; yearn for; yearn after
in … blijven haken be caught in
ze bleef met haar jurk aan een spijker haken she caught her dress on a nail
aanhaken hitch; hitch on; hitch to; hook; hook on; hook up; put on
afhaken cop‐out; unhitch; unhook; uncouple; drop out; fall by the wayside
haak barb; brace; bracket; catch; chape; clasp; claw; cleek; clip; cradle; gaff; hanger; hitch; hook; peg; rest; picklock; square
haakgaren crochet cotton
haaknaald crochet‐hook
haakpen crochet‐hook
haakwerk crochet‐work; crocheting
inhaken take up a point; hook in; link
loshaken unhitch; unhook; unclasp
vasthaken hitch; hook