Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord catch

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(grapple; captivate; grab; seize; trap; apprehend; bag; grasp; snare); ; ; ;
🔗 He catches the helmet, which now has over 20 holes in it, and gives it back to George.
(hit; strike; attain; encounter; find; run up against; befall; betide; ravage); ;
(prey; capture; seizure);
(realize; understand; appreciate; apprehend; comprehend; fathom); ;
(have; receive; get)
(game)
(capture); ;
🔗 In years of high roe‐deer densities, the wolves still preferred to catch wild boar.
bayonet catch
(bayonet joint; bayonet lock)
;
bajoneta fermilo
bayonet catch
(bayonet lock; bayonet joint)
catch a cold
;
verkouden worden
;
🔗 Then, after everyone takes a second to catch their breath , all hell will break loose.
window catch
(espagnolette)
catching
(contagious; infectious)
;
catching
(contagious; infectious; communicable)
;
catch‐phrase
(catch‐cry; slogan)

EngelsNederlands
catchaangaan; aanwinst; achteropkomen; beetkrijgen; beluisteren; betrappen; blijven haken; blijven haken aan; blijven zitten; buit; canon; geven; goede partij; greep; grijpen; haak; halen; inhalen; klemmen; klink; knip; krijgen; opdoen; oplopen; opvangen; overgooien; pakken; pal; raken; snappen; stokken; strikvraag; te pakken krijgen; toebrengen; treffen; valstrik; vang; vangbal; vangen; vangst; vastraken met; vat krijgen op; vatten; verschalken; verstaan; voordeel
a good catcheen goede partij; een mooie vangst
an old bird is not caught with chaffeen ouwe rot loopt niet zo makkelijk in de val
bayonet catchbajonetfitting; bajonetsluiting
be caught in the raindoor de regen overvallen worden
be caught red‐handedop heterdaad betrapt worden
be caught with one’s pants downplotseling verrast worden
catch a coldeen verkoudheid opdoen; een verkoudheid oplopen; kouvatten; verkouden worden
catch a diseaseeen ziekte oplopen
catch a glimpse ofeen glimp opvangen van; even zien
catch ataangrijpen; grijpen naar
catch at a strawzich aan een strohalm vastklampen
catch at strawszich aan een strohalm vastklampen
catch attentionde aandacht trekken
catch awaywegvangen
catch coldeen verkoudheid opdoen; een verkoudheid oplopen; kouvatten; verkouden worden
catch hold ofaangrijpen; aanpakken; aantasten; aanvatten; grijpen; krijgen; opdoen; oppakken; pakken; te pakken krijgen; vastgrijpen
catch iter ongenadig van langs krijgen; ervan langs krijgen; op zijn kop krijgen
catch me!dat had je gedacht!
catch nappingoverrompelen
catch onaanslaan; bijval vinden; erin komen; het snappen; ingang vinden; opgang maken; pakken
catch one’s breathuitpuffen
catch outbetrappen; uitspelen; verrassen
catch overdichtvriezen
catch sight ofin het gezicht krijgen; in het oog krijgen; in het vizier krijgen; te zien krijgen
catch somebody in a lieiemand op een leugen betrappen
catch somebody in the actiemand op heterdaad betrappen
catch somebody in the act of stealingiemand op diefstal betrappen
catch somebody off guardiemand overvallen
catch somebody outiemand op een fout betrappen
catch somebody out trippingiemand op een fout betrappen
catch somebody red‐handediemand op heterdaad betrappen
catch somebody’s attentioniemands aandacht trekken
catch somebody’s eyeiemands aandacht trekken; iemands blik opvangen
catch somebody stealingiemand op diefstal betrappen
catch stepin de pas komen
catch the postnog net op tijd kunnen posten
catch the Speaker’s eyehet woord krijgen
catch the trainde trein halen
catch upinhalen
catch up oninhalen; weer op de hoogte komen van
catch up withinhalen; weer op de hoogte komen van
he is going to catch ithij zal ervan lusten
he is going to catch it hothij zal ervan lusten
safety catchveiligheidsgrendel; veiligheidspal
set a thief to catch a thiefmet dieven vangt men dieven
there was a catch in his voicezijn stem stokte
we need to catch up on all the news sometimewe moeten nodig weer eens bijpraten
we need to catch up sometimewe moeten nodig weer eens bijpraten
with a catch in his voiceterwijl zijn stem oversloeg
catch‐as‐catch‐canvrij worstelen
catchercatcher; grijper; knip; opvanger; vanger
catchingaanstekelijk; besmettelijk; pakkend; stokken
catchpennylokkertje; lok‐
catch‐phrasegezegde; leus; leuze; partijleus; partijleuze
catchwordcustos; frase; kreet; leus; leuze; modewoord; partijleus; partijleuze; trefwoord; wachtwoord
catchyaantrekkelijk; boeiend; goed in het gehoor liggend; pakkend; stokkend; trillerig