Informatie over het woord vasthaken (Nederlands → Esperanto: alkroĉi)

Synoniemen: aanhaken, enteren

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) haak vast(ik) haakte vast
(jij) haakt vast(jij) haakte vast
(hij) haakt vast(hij) haakte vast
(wij) haken vast(wij) haakten vast
(jullie) haken vast(jullie) haakten vast
(gij) haakt vast(gij) haaktet vast
(zij) haken vast(zij) haakten vast
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) vasthake(dat ik) vasthaakte
(dat jij) vasthake(dat jij) vasthaakte
(dat hij) vasthake(dat hij) vasthaakte
(dat wij) vasthaken(dat wij) vasthaakten
(dat jullie) vasthaken(dat jullie) vasthaakten
(dat gij) vasthaket(dat gij) vasthaaktet
(dat zij) vasthaken(dat zij) vasthaakten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
haak vasthaakt vast
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
vasthakend, vasthakende(hebben) vastgehaakt

Vertalingen

Duitsanhängen; anhaken; häkeln; anklammern
Engelshitch on; hook on; attach
Esperantoalkroĉi
Faeröersheingja; krøkja upp á
Fransaborder; accrocher; monter à l’abordage; sauter à l’abordage
Saterfriesanhoakje; anhongje
Thaisเกี่ยว