Engels | Nederlands |
---|
hitch | ⇆ aanhaken; ⇆ beletsel; ⇆ haak; ⇆ haken; ⇆ haperen; ⇆ hapering; ⇆ horten; ⇆ kink; ⇆ knoop; ⇆ liften; ⇆ ruk; ⇆ schoonheidsfoutje; ⇆ slag; ⇆ steek; ⇆ storing; ⇆ vasthaken; ⇆ vastmaken |
clove hitch | ⇆ mastworp |
hitch a lift | ⇆ liften |
hitch a ride | ⇆ liften |
hitch on | ⇆ aanhaken |
hitch on to | ⇆ vasthaken aan |
hitch to | ⇆ aanhaken; ⇆ haken aan; ⇆ vasthaken aan |
hitch up | ⇆ ophalen; ⇆ optrekken |
there is a hitch somewhere | ⇆ er is een kink in de kabel |
without a hitch | ⇆ zonder haperen |
unhitch | ⇆ afhaken; ⇆ loshaken; ⇆ uitspannen |