Informatie over het woord loshaken (Nederlands → Esperanto: dekroĉi)

Synoniem: afhaken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈlɔsɦakə(n)/
Afbrekinglos·ha·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) loshaak (ik) loshaakte
(jij) loshaakt (jij) loshaakte
(hij) loshaakt (hij) loshaakte
(wij) loshaken (wij) loshaakten
(jullie) loshaken (jullie) loshaakten
(gij) loshaakt (gij) loshaaktet
(zij) loshaken (zij) loshaakten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) loshake(dat ik) loshaakte
(dat jij) loshake(dat jij) loshaakte
(dat hij) loshake(dat hij) loshaakte
(dat wij) loshaken(dat wij) loshaakten
(dat jullie) loshaken(dat jullie) loshaakten
(dat gij) loshaket(dat gij) loshaaktet
(dat zij) loshaken(dat zij) loshaakten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
haak loshaakt los
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
loshakend, loshakende(hebben) losgehaakt

Vertalingen

Catalaansdesenganxar; despenjar
Duitsabhaken; von einem Haken lösen; von einem Haken abnehmen
Engelsunhook
Esperantodekroĉi; malkroĉi
Spaansdescolgar; desenganchar