Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord tongue‐bone

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
bone	been ; bot ; knok ; knook	osto
🔗 The scientists identified prey items from fragments of bones and hair in the wolf dung collected in the region.
bone	been	osto
tongue	tong	lango
🔗 The language sounded harsh, unsuited to a human tongue.
tongue (language)	taal	lingvo
🔗 “Quick!” he cried in the tongue of the Angles, which the Jutes understood.
tongue (landmark; projection; prominence; protrusion)	uitsprong ; uitsteeksel	elstaraĵo
tongue (idiom; language; speech)	idioom ; taaleigen	idiomo

Engels	Nederlands
tongue‐bone	⇆ tongbeen
bone	⇆ balein; ⇆ been; ⇆ beentje; ⇆ benen; ⇆ bot; ⇆ door en door; ⇆ essentie; ⇆ gappen; ⇆ graat; ⇆ kern; ⇆ kluif; ⇆ knok; ⇆ knook; ⇆ ontgraten; ⇆ schonk; ⇆ uitbenen
tongue	⇆ evenaar; ⇆ klepel; ⇆ landtong; ⇆ lip; ⇆ spraak; ⇆ taal; ⇆ tong; ⇆ tongetje