Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord tong

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Mevrouw McCrae, de huishoudster van kannunik Pennyfather, had voor de avond van zijn thuiskomst een tong besteld.
🔗 Helpt dat misschien om uw tong los te maken?
common sole
; ;
black sole
🔗 Tex Goldman had het op zich genomen enige Chinezen zijn opvattingen over eigendom bij te brengen, hetgeen de tegenstand dezer lieden had uitgelokt en gedurende deze tegenstand was een van zijn kogels terechtgekomen in het hart van de leider van een machtige tong.
bluetongue disease
; ;
catarrhal fever
blulanga malsano
🔗 Blauwtong komt meestal bij schapen voor, maar ook bij andere herkauwers.
(adonis; Adonisroosje)
pheasant’s eye
;
adonis
(tongschar)
lemon sole
hypoglossal
alkanet
;
slangetong
(pijlkruid)
French kiss
langokiso
lemon sole
black bindweed
;
wild buckwheat
;
bind‐corn
;
climbing buckwheat
;
devil’s tether

NederlandsEngels
tong black sole; common sole; Dover sole; reed; sole; tongue
de tongen in beweging brengen set tongues wagging
een gladde tong hebben have a glib tongue
een scherpe tong hebben have a long tongue; have a sharp tongue
glad van tong smooth‐spoken; smooth‐tongued
het brandt hem op de tong he is burning to tell the secret
het hart op de tong hebben wear one’s heart on one’s sleeve; wear one’s heart upon one’s sleeve
het ligt op het puntje van mijn tong I have it on the tip of my tongue; it’s on the tip of my tongue
met een dikke tong praten speak thickly
over de tong gaan be in everybody’s mouth; be the talk of the town; be on the tongues of men
zijn tong laten gaan be talking away; wag one’s tongue
zijn tong roeren be talking away; wag one’s tongue
zijn tong uitsteken put out one’s tongue; stick out one’s tongue
zijn tong uitsteken tegen put out one’s tongue at; stick out one’s tongue at
zwaar van tong thick of speech
blauwtong bluetongue; bluetongue disease; catarrhal fever
kattetong langue de chat
kwatong backbiter
landtong headland; ness; spit; tongue; spit of land
neustong lemon sole
ossetong bugloss; neat’s‐tongue; ox‐tongue; alkanet
slangetong snake’s tongue; arrowhead; viper’s tongue; slanderer
tongbeen tongue‐bone
tonggewelf barrel vault
tongklank lingual
tongklier lingual gland
tongkus French kiss
tongriem string of the tongue
tongschar lemon sole
tongspier lingual muscle
tongvaren hart’s tongue
tongvormig tongue‐shaped
tongwortel root of the tongue
tongzenuw lingual nerve
tweetongig bilinguous; two‐tongued; double‐tongued
zwaluwtong wild buckwheat; black bindweed; bear‐bind; bind‐corn; climbing buckwheat; corn‐bind; devil’s tether