Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord tongue

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
🔗 The language sounded harsh, unsuited to a human tongue.
(language)
🔗 “Quick!” he cried in the tongue of the Angles, which the Jutes understood.
(landmark; projection; prominence; protrusion);
(idiom; language; speech);
taaleigen
give tongue
(bark)
goose tongue
(sneezewort; bastard pellitory; European pellitory; fair‐maid‐of‐France; sneezeweed; sneezewort yarrow; white tansy; wild pellitory)
wilde bertram
(be quiet; be silent)
🔗 There were angry shouts for Cenn to hold his tongue.
mother‐in‐law’s tongue
(snake plant; viper’s bowstring hemp)
; ; ;
(native language)
🔗 By now Sanskrit was not a mother tongue but a language to be studied and consciously mastered.
painted tongue
(scalloped tube tongue; velvet trumpet flower)
scalloped tube tongue
(painted tongue; velvet trumpet flower)
beard‐tongue
(penstemon)
lamb’s‐tongue
(English plantain; narrowleaf plantain; ribwort plantain; ribleaf)
smalle weegbree

EngelsNederlands
tongue evenaar; klepel; landtong; lip; spraak; taal; tong; tongetje
be on the tongues of men over de tong gaan
find one’s tongue beginnen te praten; de spraak terugkrijgen
give tongue aanslaan
goose tongue wilde bertram
hart’s tongue tongvaren
have a glib tongue een gladde tong hebben
have a long tongue een scherpe tong hebben
have a ready tongue goed van de tongriem gesneden zijn; niet op zijn mondje gevallen zijn
have a sharp tongue een scherpe tong hebben; haar op de tanden hebben
have a smooth tongue mooi kunnen praten
hold one’s tongue de mond houden; zijn mond houden
I had it on the tip of my tongue het lag me op de lippen
I have it on the tip of my tongue het ligt op het puntje van mijn tong
it’s on the tip of my tongue het ligt op het puntje van mijn tong
keep a civil tongue in head beleefd zijn
let one’s tongue run away with one zich verklappen; zich verpraten
let one’s tongue run away with oneself zijn mond voorbijpraten; zijn tong niet in toom kunnen houden
mother‐in‐law’s tongue sanseveria; sansevieria; vrouwentong; vrouwentongen
mother tongue moedertaal
native tongue moedertaal
painted tongue brokaatbloem
put out one’s tongue zijn tong uitsteken
put out one’s tongue at zijn tong uitsteken tegen
root of the tongue tongwortel
scalloped tube tongue brokaatbloem
slip of the tongue verspreking
snake’s tongue slangetong
stick out one’s tongue zijn tong uitsteken
stick out one’s tongue at zijn tong uitsteken tegen
string of the tongue tongriem
tongue and groove messing en groef
tongue in cheek doodleuk; ironisch; meesmuilend; ongelovig; spotachtig
viper’s tongue slangetong
wag one’s tongue zijn mond roeren; zijn tong laten gaan; zijn tong roeren
beard‐tongue schildpadbloem
double‐tongued tweetongig
honey‐tongued mooipratend
hound’s‐tongue hondstong
lamb’s‐tongue smalle weegbree
neat’s‐tongue ossetong
ox‐tongue ossetong
smooth‐tongued glad van tong
tongue‐bone tongbeen
tongue‐shaped tongvormig
tongue‐tied niet kunnende spreken; niet mogende spreken; sprakeloos; stom
tongue‐twister tongbreker
two‐tongued tweetongig