Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord split pin
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(skittle) | ||
alpingli | ||
(bolt) | ||
(bolt) | met bouten vastmaken | bolti |
(needle) | ||
🔗 My wife sent me to buy pins! | ||
(cleave; rend) | ||
🔗 It seemed to Rand like years since there had not been firewood to split. | ||
(burst; crack) | ; ; ; | |
(dispersion; division; separation) | ||
(dispersion; divergence; divide; division; gap; separation) | ||
splitsing | ||
(crack; crevice; cleft; gap; fissure; chink) | ; | |
(cleave) | ; <kloven van een mineraal> | |
; | ||
🔗 This begin to split in the Jurassic Period. |
Engels | Nederlands |
---|---|
split pin | ⇆ splitpen |
pin | ⇆ bout; ⇆ clip; ⇆ insluiten; ⇆ kegel; ⇆ keil; ⇆ luns; ⇆ nagel; ⇆ opprikken; ⇆ opsluiten; ⇆ pen; ⇆ pin; ⇆ pincode; ⇆ pinnen; ⇆ prikken; ⇆ schroef; ⇆ speld; ⇆ spelden; ⇆ speldje; ⇆ spie; ⇆ stift; ⇆ tap; ⇆ vasthouden; ⇆ vastklemmen; ⇆ vastpinnen; ⇆ vastprikken; ⇆ vastspelden; ⇆ vastzetten |
split | ⇆ <een hoeveelheid drank van half de gebruikelijke hoeveelheid>; ⇆ aftaaien; ⇆ barsten; ⇆ bersten; ⇆ breuk; ⇆ delen; ⇆ gespleten; ⇆ gesplitst; ⇆ onenigheid; ⇆ samen delen; ⇆ scheur; ⇆ scheuren; ⇆ scheuring; ⇆ spleet; ⇆ splijten; ⇆ splitsen; ⇆ splitsing; ⇆ splitten; ⇆ spreidzit; ⇆ tweespalt; ⇆ uit elkaar gaan; ⇆ uiteengaan; ⇆ verdelen; ⇆ verklikken; ⇆ verraden; ⇆ zich splitsen; ⇆ ’m smeren |