Informatie over het woord kegel (Nederlands → Esperanto: keglo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈkeɣəl/
Afbrekingke·gel
Geslachtmanlijk
Meervoudkegels

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
kegeltjekegeltjes

Voorbeelden van gebruik

Met een kreet viel de man achteruit tegen de anderen, die als kegels omver rolden.

Vertalingen

Catalaansbitlla
DuitsKegel
Engelspin; skittle
Esperantokeglo
Faeröerskeyla; strýta
SaterfriesKeegel; Kiegel
Spaansbolo
Tsjechischkuželka