Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord feeler
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(antenna; palp) | voelspriet ; | |
(grope; finger; touch) | ; ; ; | |
(grope) | palpi serĉe | |
(sense; have a sense of) | ; ; | |
senti sin | ||
🔗 No, I feel much better. | ||
(feeling; sensation; sense) | ||
(deem; opine; think; hold; reckon; see; believe; find) | ; ; ; | |
(sense; perceive) | ||
🔗 She felt only peace. |
Engels | Nederlands |
---|---|
feeler | ⇆ spriet; ⇆ taster; ⇆ voeler; ⇆ voelhoorn; ⇆ voelhoren; ⇆ voelspriet |
put out feelers | ⇆ aftasten; ⇆ een proefballon oplaten; ⇆ zijn voelhoorns uitsteken; ⇆ zijn voelhorens uitsteken |
throw out a feeler | ⇆ een balletje opgooien; ⇆ een proefballon oplaten |
feel | ⇆ aanvoelen; ⇆ achten; ⇆ aftasten; ⇆ betasten; ⇆ bevoelen; ⇆ denken; ⇆ gevoel; ⇆ gevoelen; ⇆ have a feel for something; ⇆ invoelen; ⇆ menen; ⇆ tast; ⇆ tasten; ⇆ van mening zijn; ⇆ vinden; ⇆ voelen; ⇆ zich voelen |