Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord voelen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(betasten; bevoelen; tasten; frutselen; morrelen aan)
🔗 Rustig begon ze mij af te trekken, en mijn handen gingen naar haar borsten en ik begon wat te voelen.
(aanvoelen; gevoelen; gewaarworden);
;
🔗 Er kwam rook in Bilbo’s ogen en hij kon de hitte van de vlammen voelen.
🔗 Ze voelde angst noch paniek, alleen maar een enorme nieuwsgierigheid en een vage ergernis.
(betasten; bevoelen; tasten; voelen; zitten aan; frutselen; palperen; morrelen aan);
grope
; ;
🔗 Ik voelde aan haar borsten en begon er wat aan te likken.
feel at home
senti sin hejme
🔗 Ik hoop dat u zich er thuis voelt.
senti sin
🔗 Wij voelen ons dan hulpeloos.
(gevoelen; voelen)
🔗 Wij willen iedereen begrijpen en aanvoelen.
(betasten; tasten; voelen; frutselen; morrelen aan);
🔗 Jack bevoelde het verband om zijn gezicht.
(aanvoelen; gewaarworden; voelen);
🔗 De eerbied die zij voor deze man gevoelden, was niet meer te dragen.
sympathize
partpreni ies sentojn
voelbaar
(bemerkbaar; merkbaar)
;
palpable
;
tangible
(antenne; voelspriet);
(contact)
🔗 Hebt u geen voeling met haar gehouden?
voelspriet
(antenne; voelhoorn)
;
palp
;

NederlandsEngels
… voelen be … to the touch
voelen feel; fumble; poke; be sensible of; sense; be alive to
er niet veel voor voelen not sympathize with the idea; not care for it
grond voelen touch ground; touch botton
iemand aan de tand voelen put somebody through his paces; interrogate somebody
ik zal hem het laten voelen he shall be made to feel it
zich aangetrokken voelen tot feel attracted to; feel attracted towards; feel drawn to; feel drawn towards; fancy; gravitate towards
zich heel wat voelen rather fancy oneself
zich niet thuis voelen feel strange
zich raar voelen feel strange; feel funny; feel faint
zich thuis voelen feel at home
zich voelen feel; feel oneself
aanvoelen appreciate; appreciation; feel
bevoelen feel; finger; fumble; handle
gevoelen feel; mind; opinion; sense; sentiment; be sensible of; be alive to
invoelen feel
meevoelen empathize; sympathize
navoelen empathize; empathize with
voelbaar tactile; tangible; touchable; to be felt; palpable; perceptible
voeldraad antenna; palp
voelhoorn antenna; feeler; horn
voelhoren antenna; feeler; horn
voeling touch; feeling
voelspriet antenna; palp; feeler