Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord voelhoren
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(vernemen; verstaan) | ||
🔗 Ik hoor iemand naderen! | ||
(behoren) | befit ; be fitting | |
🔗 Ziek zijn hóórde niet. | ||
(behoren) | ; ; ; ; be obliged to ; ; ; | |
(hoorn; toeter) | ||
🔗 Het Drents heideschaap is bijzonder omdat ook de vrouwtjes horens hebben. | ||
(hoorn) | ||
🔗 Toddy greep de horen van de haak. | ||
🔗 Ik meen het gehoord te hebben. | ||
(behoren) | ||
(betasten; bevoelen; tasten; frutselen; morrelen aan) | ||
🔗 Rustig begon ze mij af te trekken, en mijn handen gingen naar haar borsten en ik begon wat te voelen. | ||
(aanvoelen; gevoelen; gewaarworden) | ; | |
; | ||
🔗 Er kwam rook in Bilbo’s ogen en hij kon de hitte van de vlammen voelen. | ||
🔗 Ze voelde angst noch paniek, alleen maar een enorme nieuwsgierigheid en een vage ergernis. |
Nederlands | Engels |
---|---|
voelhoren | ⇆ antenna; ⇆ feeler; ⇆ horn |
zijn voelhorens uitsteken | ⇆ feel one’s ground; ⇆ put out feelers |
horen | ⇆ audience; ⇆ go; ⇆ hear; ⇆ learn; ⇆ belong to; ⇆ horn; ⇆ bugle; ⇆ receiver; ⇆ mouthpiece; ⇆ understand; ⇆ belong |
voelen | ⇆ feel; ⇆ fumble; ⇆ poke; ⇆ be sensible of; ⇆ sense; ⇆ be alive to |