Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord connect

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(connect up; plug in; assemble);
(join)
(couple)
(join; unite; assemble; combine; join together)
connect up
(connect; plug in; assemble)
connected
(coherent; consistent)
samenhangend
connected
(related; affined; akin; kindred; sib)
connected
nauw samenhangend
connection
(interconnection; relation)
samenhang
;
; ;
🔗 The connection was dead.
connection
connection
(bond; link; linkage; tie)
connection
(relation; understanding; interrelation; relationship; intercourse)
connection

EngelsNederlands
connect aaneensluiten; aansluiten; aansluiting hebben; in verband brengen; in verbinding staan; koppelen; liëren; schakelen; verbinden; verenigen
connect together aaneenhechten
connect up verbinden
connect with aansluiten op; aansluiting hebben op; in verband brengen met
highly connected van hoge familie
connected aaneengeschakeld; samenhangend; verwant
connection aansluiting; band; bloedverwant; connectie; familiebetrekking; familielid; handelsvriend; lichtpunt; relatie; samenhang; schakeling; verband; verbinding
connective verbindend; verbindingswoord
disconnect afklemmen; afkoppelen; afsluiten; loskoppelen; losmaken; ontkoppelen; scheiden
interconnect onderling aaneengeschakeld zijn; onderling aaneenschakelen; onderling verbinden; onderling verbonden zijn