Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord connected

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
connected (coherent; consistent)	samenhangend	kohera
connected (related; affined; akin; kindred; sib)	verwant	parenca
connected	nauw samenhangend	koneksa
connect (connect up; plug in; assemble)	aansluiten ; verbinden	konekti
connect (join)	verbinden	kunligi
connect (couple)	koppelen	kupli
connect (join; unite; assemble; combine; join together)	verenigen	kunigi
connect	verbinden	ligi

Engels	Nederlands
connected	⇆ aaneengeschakeld; ⇆ samenhangend; ⇆ verwant
be connected with	⇆ in verband staan met; ⇆ samenhangen met; ⇆ verband houden met
connect	⇆ aaneensluiten; ⇆ aansluiten; ⇆ aansluiting hebben; ⇆ in verband brengen; ⇆ in verbinding staan; ⇆ koppelen; ⇆ liëren; ⇆ schakelen; ⇆ verbinden; ⇆ verenigen
unconnected	⇆ niet met elkaar in betrekking staand; ⇆ onsamenhangend
well‐connected	⇆ met goede relaties; ⇆ van goede familie