Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord break open

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(break off)
derompiĝi
(control; subdue; train);
obeigi
(intermission; pause; recess; interlude; lull; respite; interval);
(crack); ; ;
(crack); ;
stukgaan
(break off)
derompi
(interrupt; disrupt; stop; cut off)
(breaking);
(contravene; ignore; infringe; violate);
🔗 Ministers of his own government have admitted it would break international law.
(break down)
🔗 Those same troops are now engaged in battle, supporting forces who have broken through Russian lines in at least three places, as part of a long‐planned counter‐offensive in the south.
(damage; injure; spoil; harm; hurt; impair; mutilate; vitiate);
(open up; clear); ; ; ; ;
🔗 It displays a list of all the currently open windows, allowing you to bring any window to the foreground by clicking on it.
(expound; unbundle; unpack; unwind; unwrap); ;
elvolvi
;
(unlock)
(extensive; spacious; vast; wide; capacious; commodious; huge; ample; baggy); ; ; ; ; ;
wijd
;
🔗 You may open your eyes.
(spare);
🔗 If not, please hold open a berth for me aboard the Clanche.

EngelsNederlands
break open inhakken; inhouwen; openbreken
break aanbreken; achteruitgaan; afbreken; afbreking; afbrekingsteken; africhten; afrijbrik; banen; bankroet gaan; bij stukjes en beetjes mededelen; bof; braken; breken; breuk; brik; brokken; casseren; de gelederen verbreken; demarrage; doen springen; doorgaan; dresseren; dóórbreken; fnuiken; ingooien; insmijten; intikken; kans; kapotmaken; kleinmaken; kloppen; knakken; losbarsten; losbreken; omslaan; omslag; onderbreken; onderbreking; ontplooien; opbreken; openbreken; ophouden; overtreden; pauseren; pauze; pauzering; pech; rust; rustpauze; ruïneren; schenden; schennen; serie; speelkwartier; springen; stukbreken; stukgaan; stukmaken; uitbarsten; uitbreken; veranderen; verandering; verbreken; verbreking; vrij kwartier
open aanbreken; banen; beginnen; blootleggen; geopend; gul; gulhartig; inleiden; onbedekt; onbeperkt; onbeslist; onbevangen; onbezet; ontginnen; ontluiken; onuitgemaakt; onverholen; open; open toernooi; open veld; open zee; openbaar; opendoen; opendraaien; openen; opengaan; openhartig; openkrijgen; openleggen; openlijk; openmaken; openslaan; openstellen; opentrekken; openzetten; opslaan; publiek; uitmonden; verruimen; vrij; zich ontsluiten; zich openen