Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord aanbreken

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(aanspreken)
break into
; ;
cut into
ekkonsumi
(beginnen; intreden);
be started
; ; ; ;
🔗 Er breken moeilijke tijden aan.
;
🔗 Het was duidelijk dat het aanbreken van de dag hem geen vreugde bracht.
(opendoen; openen; openmaken; openstellen; openslaan)
🔗 Nisbet stond op en brak een nieuwe kruik aan.
(dageraad; ochtendgloren; krieken van de ochtend; morgenkrieken; ochtendkrieken);
daybreak
🔗 Ge dient zelfs niet te wachten op het aanbreken van de dag!
refract
refrakti
(dóórbreken; stukbreken);
🔗 Hij brak de stok in tweeën en gooide de stukken op het vuur.
(afbreken; knappen; stukgaan);
🔗 De deur brak in stukken.
(breuk)
(breuk; fractuur; verbreking);
breaking
refract
refraktiĝi
🔗 We zouden niet willen dat u een been brak.

NederlandsEngels
aanbrekenbreak; break into; broach; come; cut into; dawn; fall; open
bij het aanbreken van de dagat dawn; at daybreak
bij het aanbreken van de nachtat nightfall
brekensmash; smash up; break; break up; breakage; burst; crack; craze; cushion; fracture; knap; part; pry; refract; rupture; sever