Informatie over het woord uitgestrekt (Nederlands → Esperanto: vasta)

Synoniemen: breedvoerig, groot, royaal, ruim, uitgebreid, wijd, extensief

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈœy̯txəstrɛkt/
Afbrekinguit·ge·strekt

Trappen van vergelijking

Stellende trapuitgestrekt
Vergrotende trapuitgestrekter
Overtreffende trapuitgestrektst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefuitgestrektuitgestrekter(het) uitgestrektst, (het) uitgestrektste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvouduitgestrekteuitgestrektereuitgestrektste
Onzijdig enkelvouduitgestrektuitgestrekteruitgestrektst
Meervouduitgestrekteuitgestrektereuitgestrektste
Bepaalduitgestrekteuitgestrektereuitgestrektste
Partitiefuitgestrektsuitgestrekters 

Voorbeelden van gebruik

„Ach,” sprak heer Ollie, „eenvoudige lieden zijn al gauw bang voor zo’n uitgestrekt woud.”

Vertalingen

Catalaansfolgat; vast
Deensrummelig
Duitsausgedehnt; geräumig; weit
Engelsextensive; vast; wide
Esperantovasta
Faeröersrúmur; víður
Finsavara
Fransample; étendu; large
Hongaarsszéles
IJslandsrúmgóður; víður
Latijnamplus; latus
Noorsvid; romslig
Portugeesamplo; espaçoso; extenso; grande; lato
Saterfriesruum; ruumelk; uutdiend; wied
Spaansamplio; vasto
Tsjechischrozsáhlý; široký; širý
Zweedsrymlig; vid