Dictionnaire néerlandais–français

Traduction française du mot néerlandais vallen

néerlandais → français
  
néerlandaisfrançais (traduit indirectement)espéranto
(afvallen; flikkeren; neervallen)
s’abattre
;
tomber
🔗 Het mes liet ik vallen.
(interrumperen; onderbreken)
interrompre
🔗 Waarom viel je me steeds in de rede?
agresser
;
attaquer
;
attaquer le premier
;
commettre une agression
(aangrijpen; aanpakken; attaqueren)
assaillir
;
🔗 Hoorde je bij de bandieten die ons aanvielen?
(flikkeren; neervallen; vallen)
s’abattre
;
tomber
(drogen; droog worden; opdrogen; uitdrogen; verdrogen)
sécher
(gebeuren; geschieden; omgaan; passeren; plaatsgrijpen; voorvallen; zich toedragen; vóórkomen);
avoir lieu
;
intervenir
🔗 En zo geviel het dat elf dagen na de ondergang van de stad het hoofd van hun leger de rotspoort aan het einde van het meer doortrok en de onherbergzame landen binnenreed.
envahir
🔗 De duisternis was nog niet ingevallen toen Tom al fluitende zijn weg vervolgde.
(vervangen; waarnemen)
remplacer
;
tenir place de
🔗 Maar ik weet zeker dat je ons graag uit de brand haalt en voor hem invalt.
invasion
🔗 Ze zouden bij het invallen van de duisternis op weg gaan, want Elrond had hun aangeraden om zoveel mogelijk onder dekking van de nacht te reizen, tot zij ver van Rivendel vandaan waren.
coïncider
🔗 Is het dan niet redelijk te veronderstellen dat zijn programma zal samenvallen met het mijne?
(lawine)
avalanche
🔗 In de Franse Alpen zijn een onderofficier en drie soldaten van een detachement der genie op de Col du Partaillon door een sneeuwval bedolven en om het leven gekomen.
(teleurstellen)
tromper
retomber
🔗 Het touw viel weer terug.
;
renoncer
;
résigner
chute
🔗 Een val van een trap zou de beste verklaring zijn.
(slag; valstrik)
piège
🔗 Hij wist dat zijn derde val eveneens verdwenen was.
valgordijn
(rolgordijn)
store
vallicht
abat‐jour
desupra lumo
(parachute)
parachute
🔗 Tom Poes bond heer Ollie snel de riemen van het valscherm om.
accélération de la pesanteur
(gebeuren; geschieden; gevallen; omgaan; optreden; passeren; plaatsgrijpen; zich voordoen; zich toedragen; vóórkomen);
avoir lieu
;
intervenir
🔗 Dit alles viel voor in de derde week van Barees leven.
disparaître