Information du mot gevallen (néerlandais → espéranto: okazi)

Synonymes: aan de hand zijn, gebeuren, geschieden, omgaan, optreden, passeren, plaatsgrijpen, plaatshebben, plaatsvinden, voorvallen, zich afspelen, zich voordoen, zich voltrekken, zich toedragen, vóórkomen

Parti du discoursverbe
Prononciation/ɣəˈvɑlə(n)/
Césurege·val·len

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(hij) gevalt(hij) geviel
(zij) gevallen(zij) gevielen
Subjonctif
PrésentPassé
(dat hij) gevalle(dat hij) geviele
(dat zij) gevallen(dat zij) gevielen
Participes
Participe présentParticipe passé
gevallend, gevallende(zijn) gevallen

Exemples d’usage

En zo geviel het dat elf dagen na de ondergang van de stad het hoofd van hun leger de rotspoort aan het einde van het meer doortrok en de onherbergzame landen binnenreed.

Traductions

afrikaansgebeur; val; plaasvind; vóórkom; afspeel; optree
allemandgeschehen; passieren; sich ereignen; stattfinden; vorkommen; auftreten; erfolgen; fallen; spielen
anglaishappen
anglais (vieil anglais)becuman; weorþan
bas allemandvöärkummen; geböären
catalanocórrer; tenir lloc
créole jamaïcainapm
danoisforekomme; ske
espagnolacontecer; ocurrir; realizarse; tener lugar
espérantookazi
féringienhenda seg; verða hildin
finnoistapahtua
françaisarriver; avoir lieu; intervenir
frison occidentalfoarfalle; plakfine; barre; gebeure
frison saterlandgeböäre; passierje
hongroistörténik
italienaccadere; arrivare; succedere
latinaccidere
malaisterjadi
papiamentoakontesé; sosodé; pasa
polonaiswydarzyć się; zdarzyć się
portugaisacontecer; suceder; ter lugar
roumainse întâmpla
russeбытовать
srananpasa; psa
suédoishända; inträffa; passera
thaïเกิด; เกิดขึ้น