Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word mannetje

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Het mannetje moet in Friesland, Flevoland en Gelderland zijn geweest en werd eerder in Nedersaksen in Duitsland gesignaleerd.
(dwerg)
(gnoom; kabouter); ;
goblin
🔗 Het aardmannetje ontwarde peinzend zijn slordige baard,
(kobold)
goblin
(kerel; manspersoon; vent);
🔗 Hebt u deze man vermoord?
(echtgenoot)
🔗 Hij en Minerva leefden nu als man en vrouw.
(dar)
(woerd)
drake
(gander)
gander
(rammelaar);
stag
(rammelaar);
(bul)
(reebok)
roebuck
🔗 Wist u dat een mannetjesree zijn gewei aan het eind van de herfst verliest?
(beer)
male wolf
virlupo
vircigno
🔗 Als een mannetjeszwaan vier jaar oud is, gaat hij op zoek naar een vrouwtje.
(tiendoornige stekelbaars)
ninespine stickleback
;
ten‐spined stickleback

DutchEnglish
mannetje buck; bull; cock; dog; he; jack; little chap; little fellow; little man; male; manikin; mate
mannetje aan mannetje staan stand packed together; stand shoulder to shoulder
zijn mannetje staan hold one’s end up; keep one’s end up; be able to hold one’s own; stick up for oneself; stand up for oneself
aardmannetje brownie; gnome; goblin
loodsmannetje pilot‐fish
man chap; hand; he; husband; jack; male; man; troops; foot
mannetjesbij drone
mannetjeseend drake
mannetjesezel jackass
mannetjesgans gander
mannetjeshert hart; stag
mannetjeskonijn buck rabbit; buck
mannetjesolifant bull elephant
mannetjesvarken boar
mannetjeswolf male wolf
mannetjeszwaan cob
Marsmannetje Martian
moddermannetje ninespine stickleback; ten‐spined stickleback