Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vlakbij

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(dichtbij);
contiguously
;
apude
(dichtbij); ; ;
🔗 Dat jacht is vlakbij.
🔗 Meer dan honderd soorten bijen, vliegen en kevertjes komen af op de nectar en het stuifmeel, die de dotterbloem royaal produceert.
(aan; naar; op; tegen; tot; voor; naar … toe);
🔗 De volgende ochtend had de heer Fanth reeds vroeg de journalist Argus bij zich laten roepen.
(aan; naast); ; ;
🔗 Hugo rende de weg af en was bijna bij zijn huis.
(à; per)
(aan; op); ; ; ;
in the case of
;
🔗 Hij is bij de smid geweest.
(gedurende; in; onder; tijdens; met; op); ; ;
🔗 Ook schreef hij poëzie, die bij zijn leven grotendeels ongepubliceerd is gebleven.
(met)
🔗 Heb je niets bij je?
(aan; jegens; met; om; op; te; tot; voor); ; ; ; ;
🔗 Bij de Israëlische tegenaanvallen zijn honderden Palestijnen om het leven gekomen.
(effen; gelijk); ;
smooth
🔗 Het landschap van Nederland is bijna overal vlak.
vlak
(plat vlak)
plane
vlak
vlak
(oppervlak)

DutchEnglish
vlak bij close by; close to; hard by
vlakbij at one’s elbow; close at hand; close by; on the doorstep
bij about; against; at; bee; beside; by; down; in; in addition to; in case of; in the case of; on; up to date; to; up‐to‐date; with; near; over; under; when; upon; during; close upon
vlak smooth; bang; clean; dead; face; flat; flatly; flush; full; level; plain; plane; right; surface; slick; due; area; space