Synonyms: bij, gedurende, in, onder, met, op
| Part of speech | preposition |
|---|
| Pronunciation | /ˈtɛi̯dəns/ |
|---|
| Hyphenation | tij·dens |
|---|
Tijdens de aardbeving brak enige tijd paniek uit in de stad Talca, waar honderden mensen de straat op renden.
Tijdens de stortbui kwam Sam met Dick en Will terug.
Er liepen in Europa tijdens het Pleistoceen heel wat roofdieren rond.
Acht mensen zijn tijdens de werkzaamheden omgekomen.
Strijders van de islamitische terreurgroep Boko Haram hebben tijdens een zesdaagse aanval op de Nigeriaanse stad Gwoza zeker tweehonderd mensen gedood.
De magiër bezat nu al meer macht dan tijdens het bewind van Roland.