Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word uitverkiezing

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
uit (op; van; vanuit)	from ; out of	el
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
uit (aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens)	for ; through ; from ; in	pro
🔗 Dat deed hij uit berekening.
uit (over; voort; weg; verwijderd)	forth ; off	for
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
uit	off ; out	estingiĝinta
🔗 De lampen waren uit.
verkiezing	election	elektado
verkiezing	election	elekto
🔗 De islamisten vrezen een afstraffing bij de volgende verkiezingen.

Dutch	English
uitverkiezing	⇆ predestination
uit	⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through; ⇆ in a spirit of; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in
verkiezing	⇆ choice; ⇆ election; ⇆ return