Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word uitlokken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
evoke | elvoki | |
provoke | ||
; decoy ; ; entice | ||
🔗 Hij wilde mij hierheen lokken! | ||
(op; van; vanuit) | ; | |
🔗 Hij liep snel het hotel uit. | ||
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; ; | |
🔗 Dat deed hij uit berekening. | ||
(over; voort; weg; verwijderd) | ; | |
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit. | ||
; | ||
🔗 De lampen waren uit. |
Dutch | English |
---|---|
uitlokken | ⇆ ask for; ⇆ be provocative of; ⇆ call forth; ⇆ court; ⇆ elicit; ⇆ evoke; ⇆ invite; ⇆ provoke |
lokken | ⇆ allure; ⇆ decoy; ⇆ ensnare; ⇆ entice; ⇆ inveigle; ⇆ lure; ⇆ tempt; ⇆ tresses; ⇆ attract; ⇆ draw |
uit | ⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through; ⇆ in a spirit of; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in |
uitlokking | ⇆ entrapment |