Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word terug‐

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(… geleden; voor …)
🔗 Hij verloor twee jaar terug de meerderheid in het parlement.
(achteruit);
🔗 Maar hij begreep dat hij nu niet meer terug kon.
returne
🔗 Maar nu was hij terug en hij zou dat nu gaan doen.
call back
🔗 Nou, je kunt haar niet terugbellen.
(achteruitdeinzen)
recoil
;
start back
dorseniri
🔗 De jongens deinsden terug voor die woede.
(belonen; lonen; vergelden; wedervergelden)
(beantwoorden; vergelden);
🔗 Wat belangrijker is, is of je wat terugdoet.
; ; ; ; ;
🔗 Haar plannen werden teruggedraaid.
repulse
;
repress
🔗 VVN heeft nog enkele andere suggesties om het aantal verkeersdoden terug te dringen.
(terugvorderen)
reclaim
repostuli
🔗 Daarna eiste hij zijn geld terug.
(terugkeren; teruglopen)
🔗 Zullen we dan maar teruggaan?
teruggaan
recede
teruggang
(achterúítgang)
;
regression
;
setback
(terugkaatsen; terugwerpen)
throw back
(reflecteren; weerkaatsen; weerspiegelen)
(teruggooien; terugwerpen)
throw back
(terugkomen; wederkeren)
🔗 President Elʹcin is er net teruggekeerd per helikopter.
(teruggaan)
🔗 Laat ons nu naar Bilbo en de dwergen terugkeren.
(terugkeren; wederkeren);
🔗 Kom morgenochtend terug.
(terugkeer)
🔗 Uw terugkomst scheen wel een verrassing voor uw broer te zijn.
back down
;
back out
;
backtrack
get back
🔗 De banken krijgen vaak als eerste hun geld terug.
(herplaatsen; terugplaatsen; terugzetten; terugstoppen)
🔗 Hij legde het boek in de kast terug en deed de deur dicht, want hij wilde niet dat iemand anders zijn schatten zou vinden en vernielen.
(doorkijken; herlezen; nalezen)
read again
;
read over again
;
(teruggaan);
🔗 Hij voegde de daad bij het woord en begon terug te lopen.
(achteruitgaan)
fall back
; ;
retrogress
(omlaaggaan; dalen)
go down
terugmars
;
withdrawal
terugmars
;
; ; ; ; ;
(herroepen)
(terughebben; terugkrijgen; recupereren)
get back
🔗 Slaag ik niet, dan ontvangt elk een hele kroon terug.
(herplaatsen; terugleggen; terugzetten)
(thuisreis)
🔗 Hij heeft geen geld voor de terugreis.
🔗 Ze roeiden terug naar het schip en trokken zich terug in hun hutten.
;
call back
🔗 Door Cartwrights stem werd hij tot de werkelijkheid teruggeroepen.
decrease
;
lessen
;
diminish
; ; ; ; ;
🔗 In Moskou zijn de veiligheidsmaatregelen teruggeschroefd, maar het Rode Plein is nog altijd gesloten voor het publiek.
(terugstoten)
reduce the price
;
rebat
;
refute
🔗 Telkens sprongen de woeste apen weer op ons af om ons te grijpen, en steeds weer sloegen we ze met onze zwaarden terug.
🔗 Pakistan sloeg deze week terug na een Iraanse aanval op het land.
terugslag
(reactie)
reaction
(afstuiten)
rebound
;
recoil
resalti
(terugleggen; terugzetten)
🔗 Ten slotte stopte hij het terug in het dossier.
;
reimburse
;
pay back
(terugslaan)
reduce the price
;
rebat
;
refute
(heruitzenden; retourneren; terugbezorgen; terugwijzen; terugzenden)
relay
;
resend
;
send back
resendi
🔗 Die wordt teruggestuurd naar Yipton, zonder salaris te krijgen.
🔗 De terugtocht was licht.
(intrekken);
🔗 Hij keek naar zijn teruggetrokken hand en een doordringende, onaangename geur bereikte zijn neusgaten.
lapse
;
backslide
🔗 Het touw viel weer terug.
(zich weren);
🔗 Wel werden burgers opgeroepen om terug te vechten door het gooien van Molotovcocktails naar Russische soldaten.
(hervinden; weervinden);
🔗 Ik moet hem tot elke prijs terugvinden!
fly back
(ebben)
reflui
🔗 Dat geld vloeit weer terug naar de maatschappij.
(terugeisen)
reclaim
repostuli
(teruggooien; terugkaatsen)
throw back
(afwijzen); ; ; ;
disallow
relay
;
resend
;
send back
resendi
win back
;
answer back
(retourneren)
send back
resendi
🔗 Waarom zou u haar niet terugzenden naar Disbague?
relaying
(herplaatsen; terugleggen; terugplaatsen; terugstoppen)
🔗 Ik hoop je terug te zien.
🔗 Simon stond op, wachtte tot zij weer zou verschijnen en naar de boot zou terugzwemmen.

DutchEnglish
terug! back there!; stand back!
terug aback; avaunt; back; backward; backwards; ago
terug‐ return
daar had hij niet van terug he did not know what to say to that
heb je terug van …? can you change …?
heen en terug backwards and forwards; there and back
hij kan niet meer terug he can’t go back on it
ik heb niet terug van… I’ve no change out of …; I’ve no change for …
terug zijn be back; be back again; have returned
terugbekomen retrieve; get back
terugbellen call back; ring back; phone back
terugdeinzen back off; balk; blench; fall back; flinch; recoil; start back; shrink back
terugdraaien turn back; put back
terugdrijven bear back; force back; repel; repulse; drive back
terugdringen drive off; fight back; force back; push back; drive back; repel
terugeisen redemand; revendicate; reclaim; demand back
terugfluiten blow the whistle; put a halt to
teruggaan back; cast back; get back; go back; hark back; head back; recede; regress; retrograde; return; go down
teruggang downturn; regress; regression; retrocession; retrogradation; retrogression; setback; going back; decay; fall
teruggooien throw back; toss back
teruggroeten resalute; return a salute; return a greeting; return a salutation; acknowledge a salute
terughalen fetch back
terugjagen drive back
terugkaatsen bound; rebound; reflect; strike back; throw back; reverberate; echo; re‐echo; be thrown back; be reflected
terugkeren double back; put back; recur; redound; return; turn back
terugkijken look back
terugkomen come again; come back; get back; recur; return; revert
terugkomst return; coming back
terugkopen buy in; redeem; repurchase; buy back
terugkrabbelen back down; back out; back‐pedal; backtrack; cry off; go back on one’s word; hang back; hark back; go back on it; back out of it; draw in one’s horns
terugkrijgen get back; recover; recovery
terugleggen replace; reposit; reposition; put back; pass back
teruglopen falter; recede; recoil; sag; run back; walk back; flow back; fall
terugmarcheren march back
terugmars march back; march home
terugnemen reassume; recant; repossess; retake; swallow; take back; withdraw; retract
terugplaatsen replace
terugreis return; home‐journey; homeward journey; home voyage; return journey; journey back; return trip; return voyage; voyage back
terugreizen travel back; return
terugrijden ride back; drive back
terugroepen call back; call off; recall; recapture
terugschakelen change down
terugschieten return fire; shoot back; kick back; pop back
terugschoppen kick back
terugschrijven write in reply; write back
terugschrikken shy; start back; recoil
terugschroeven reverse; scale down
terugschuiven shoot back
terugslaan backfire; hit back; hit back at; recoil; repel; repulse; retaliate; return; strike back; volley; beat back
terugslag backfire; backwash; kickback; recoil; repercussion; return; backstroke; reaction; revulsion; setback
terugsnellen hasten back; hurry back
terugspelen field; play back
terugspoelen rewind; wind back
terugspringen rebound; recoil; spring back; start back; leap back; recede
terugstoot kick; rebound; recoil
terugstoppen put back
terugstorten refund
terugstoten rebuff; repel; push back; recoil; kick
terugstromen redound; flow back
terugstuiten bound; rebound; recoil
terugtocht retreat; voyage back; home‐journey; home voyage; homeward journey; journey back; return; return journey; return trip; return voyage
terugtrappen back‐pedal; klick back
terugtreden fall back; step down; step back
terugtrekken draw back; pull back; retract; retreat; withdraw; withdrawal; fall back; retire
terugval relapse; reversion
terugvallen fall back; relapse; revert; sink back
terugvaren sail back; return
terugverdienen earn back; recover
terugverlangen want back
terugvinden find again; recover; retrieval; retrieve; find
terugvliegen fly back
terugvloeien reflow; regurgitate; flow back
terugvoeren carry back; reconduct; reconvey; take back
terugvorderen claw back; redemand; claim back; ask back
terugvragen ask back; ask for the return of
terugweg return; way back
terugwenken wave back
terugwerken react
terugwerpen reflect; regurgitate; throw back
terugwijken bear back; recede; retire; retreat; fall back
terugwijzen rebut; refer back
terugwinnen reclaim; recover; redeem; win back; regain
terugzakken fall back; sink back
terugzeggen answer back
terugzenden remit; return; send back
terugzending return
terugzetten put back; replace; reposit; reposition; restore; retreat; return; set back
terugzien look back; retrospection; see again
terugzwemmen swim back