English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word echo

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(repeat parrot‐like)
mokimiti
(resonance); ;
(resonance);
weerklank
; ;
weerklank

EnglishDutch
echo echo; echoën; herhalen; nabauwen; nagalm; nagalmen; napraten; naspreken; nazeggen; terugkaatsen; weerkaatsen; weerklank; weerklinken
be applauded to the echo uitbundig toegejuichd worden
echo sounding echopeiling
re‐echo echoën; terugkaatsen; weergalmen