English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word restore

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
restore
(give back; return; render)
restore
(renew; refurbish; renovate; innovate; furbish)
restore
restarigi
restore
(renovate)
restaŭri
restoration
(restitution)
teruggave
;
restoration
(refurbishment; renovation)
restoration
restoration
(renovation)

EnglishDutch
restore herstellen; restaureren; terugbrengen; teruggeven; terugzetten; vernieuwen
restore to life in het leven terugroepen
restorable herstelbaar
restoration herstel; herstelling; restauratie; teruggaaf; teruggave
restorative herstellend; herstelmiddel; versterkend
restorer hersteller; restaurateur