Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word snellen
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (hardlopen; hollen; rennen) | ||
🔗 Hij begreep dat de Seneca’s erover snelden. | ||
| (ijlen; jagen; zich spoeden; zich haasten; stuiven) | ; ; | |
🔗 Hij snelde naar buiten en keek omhoog langs de rotswand. | ||
| (toelopen; toeschieten; toesnellen; komen aanhollen; komen aanrennen) | come running | |
🔗 En zijn soldaten zullen komen aansnellen als ik ze roep en u in de kerker gooien. | ||
| (gauw; haastig; rap; spoedig; vlug; rad) | fast ; ; ; ; ; ; | |
🔗 Dat is een uur sneller dan nu. | ||
| (haastig; schielijk; vlug; rap; rad) | fast ; swiftly ; expeditiously ; ; ; | |
🔗 Stephens draaide zich snel om. | ||
| (gauw; spoedig) | ; ; ; by and by | |
🔗 De brandweer had het vuur snel onder controle. | ||
| (gezwind; rap) | ; | |
| (aansnellen; toelopen; toeschieten; komen aanhollen; komen aanrennen) | come running | |
🔗 Er snelt een man toe, aanzienlijk beter gekleed dan gij. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| snellen | ⇆ beetle; ⇆ career; ⇆ fleet; ⇆ fly; ⇆ hasten; ⇆ post; ⇆ race; ⇆ run; ⇆ rush; ⇆ scud; ⇆ skitter; ⇆ speed |
| te hulp snellen | ⇆ hasten to the rescue; ⇆ run to the rescue |
| te wapen snellen | ⇆ fly to arms; ⇆ spring to arms |
| heensnellen | ⇆ fleet; ⇆ run away |
| nasnellen | ⇆ run after; ⇆ hasten after |
| snel | ⇆ snap; ⇆ apace; ⇆ expeditious; ⇆ expeditiously; ⇆ express; ⇆ fast; ⇆ fast‐moving; ⇆ feathered; ⇆ fleet; ⇆ high‐speed; ⇆ in a hurry; ⇆ presto; ⇆ prompt; ⇆ quick; ⇆ rapid; ⇆ rapidly; ⇆ ready; ⇆ with dispatch; ⇆ swift; ⇆ swiftly; ⇆ speedy; ⇆ sharp; ⇆ summary; ⇆ upbeat; ⇆ at speed |
| terugsnellen | ⇆ hasten back; ⇆ hurry back |
| toesnellen | ⇆ rush forward |
| voorbijsnellen | ⇆ dart past; ⇆ fleet; ⇆ fly; ⇆ rush past; ⇆ pass by in a hurry |
| voortsnellen | ⇆ career; ⇆ rush; ⇆ rush on; ⇆ hurry on; ⇆ hurry along |
| vooruitsnellen | ⇆ hurry on ahead |
| wegsnellen | ⇆ career; ⇆ scud |