Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word overeenstemmen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(accorderen; het eens zijn; kloppen; samengaan) | ; | |
(accorderen; het eens worden) | ||
overeenstemmen met | correspond to | esti konforma laŭ |
accordant | ||
(samenklank) | ||
(akkoord; overeenkomst) | ; ; ; concurrence ; consonance ; concurrency ; concord | |
🔗 Griekenland heeft overeenstemming bereikt over een vijfjarig bezuinigingsplan met de Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds. | ||
(balloteren; kiezen) | ; ; | |
🔗 Ga je weer stemmen, pa? | ||
; voting ; |
Dutch | English |
---|---|
overeenstemmen | ⇆ accord; ⇆ agree; ⇆ coincide; ⇆ comport; ⇆ concur; ⇆ consort; ⇆ convene; ⇆ correspond; ⇆ harmonize; ⇆ quadrate; ⇆ tally |
niet overeenstemmen met | ⇆ not tally with; ⇆ be not in keeping with |
overeenstemmen met | ⇆ agree with; ⇆ chime in with; ⇆ chime with; ⇆ coincide with; ⇆ comport with; ⇆ concur with; ⇆ consort with; ⇆ be in accordance with; ⇆ be in harmony with |
overeenstemmend | ⇆ according; ⇆ coincident; ⇆ coincidental; ⇆ concordant; ⇆ concurrent; ⇆ congruent; ⇆ consistent; ⇆ consonant; ⇆ harmonious; ⇆ accordant; ⇆ harmonizing |
overeenstemming | ⇆ accord; ⇆ accordance; ⇆ agreement; ⇆ analogy; ⇆ coincidence; ⇆ communion; ⇆ compatibility; ⇆ concert; ⇆ concord; ⇆ concordance; ⇆ concurrence; ⇆ concurrency; ⇆ conformation; ⇆ conformity; ⇆ congruence; ⇆ congruity; ⇆ consensus; ⇆ consonance; ⇆ consonancy; ⇆ correspondence; ⇆ harmony; ⇆ keeping; ⇆ unity; ⇆ sequence |
stemmen | ⇆ ballot; ⇆ dispose; ⇆ divide; ⇆ key the strings; ⇆ pitch; ⇆ poll; ⇆ vote; ⇆ tone; ⇆ tune; ⇆ tune up; ⇆ voice; ⇆ voting; ⇆ key; ⇆ pass |