English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word poll

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(ballot; balloting; polling; voting)
(polling; voting; vote)
(vote; ballot)
🔗 Who can trust polls these days?

EnglishDutch
pollaantal uitgebrachte stemmen; enquête; enquêteren; kiezerslijst; kop; koppen; laten stemmen; lorre; ondervragen; opinieonderzoek; stembureau; stembus; stemmen; stemmencijfer; stemming; verwerven
opinion pollenquête; opinieonderzoek; opiniepeiling
poll forstemmen op
polling boothstembureau; stemhokje; stemlokaal
polling dayverkiezingsdag
polling stationstembureau; stemlokaal
public pollenquête; opinieonderzoek; opiniepeiling
top the pollde meeste stemmen hebben
deed‐pollenerzijdse akte
pollsterenquêteur; enquêtrice; opinieonderzoeker; opinieonderzoekster
poll‐takerenquêteur
poll‐taxhoofdgeld; personele belasting
straw‐pollonofficiële stemming; proefstemming