Synonyms: accorderen, bijeenpassen, het eens worden, rijmen, tot een overeenkomst komen, tot overeenstemming komen, tot een vergelijk komen
Part of speech | verb |
---|
Pronunciation | /ovəˈrenstɛmə(n)/ |
---|
Hyphenation | over·een·stem·men |
---|
Conjugation
Indicative mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(hij) eenstemt over | (hij) eenstemde over |
(zij) eenstemmen over | (zij) eenstemden over |
Subjunctive mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(dat hij) overeenstemme | (dat hij) overeenstemde |
(dat zij) overeenstemmen | (dat zij) overeenstemden |
Participles |
---|
Present participle | Past participle |
---|
overeenstemmend, overeenstemmende | (hebben) overeengestemd |