Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kracht

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Bereken de kracht die op het lichaam wordt uitgeoefend.
(sterkte);
vigour
(macht; vermogen)
🔗 Men zal mijn kracht leren kennen!
🔗 Ik heb je zo vernederd dat je niet eens meer de kracht hebt om er een einde aan te maken.
(sterkte);
🔗 De aardbeving op 11 maart had een kracht van 9,0 op de schaal van Richter.
alle krachten inspannen
put on steam
sin streĉi el la haŭto
;
emphatically
; ;
🔗 Hier moet met kracht tegen opgetreden worden.
altira forto
🔗 De aantrekkingskracht tussen de moleculen noemt men de Van der Waals‐kracht.
;
🔗 Maar deze munten hebben veel aantrekkingskracht.
(bevestigen; staven; vormen);
(sanctioneren)
sanction
evidential value
argumenta forto
evidential value
(arbeidsvermogen; energie)
🔗 Heer Tramador ging heen, lichtelijk verbaasd over koning Audry’s daadkracht.
financial strength
(draagvermogen)
carrying capacity
;
carrying capacity
porta povo
(bereik; draagwijdte)
range
🔗 Ik ben mij volkomen bewust van de draagkracht van deze vreemde woorden.
(machteloos)
impotent
;
powerless
adinamia
(dynamica)
dynamics
(sterk; hard; zwaar)
🔗 Toen werden 545 mensen gedood door de krachtige stormen.
(fiks; sterk; straf; krachtdadig);
vigorous
;
forceful
;
🔗 Al zijt ge jong en krachtig, de dood volgt u zwijgend als bij ieder ander.
(sterk; terdege; krachtdadig; hard)
🔗 Hij zag een lange, krachtig gebouwde jongeman naast zich staan.
(machtig);
(beslissende strijd)
hunk
exertion
;
effort
🔗 Het moest een loodzware kist zijn, naar hun krachtsinspanning te oordelen.
(vloek)
🔗 Elke krachtterm in onze film is in elk geval weloverwogen.’
(leraar; onderwijzer)
🔗 Als ik het goed heb, werd een van uw eigen leerkrachten een jaar of twee geleden gewurgd door een onbekende moordenaar.
(vitaliteit)
vitality
(PK; KP)
horsepower
;
(troepen)
armed forces
🔗 Nederland gaat nieuwe steun bieden aan de Oekraïense strijdkrachten.
🔗 De oude veerkracht was in zijn tred teruggekeerd.
;
tonus
verbeeldingskracht
(fantasie)
fancy
;
(geweld aandoen)
🔗 Toch worden er nog veel vrouwen verkracht in India.
🔗 Vier mannen hebben celstraffen tot drie jaar opgelegd gekregen voor het in 2016 verkrachten van een destijds veertienjarig meisje.
(arbeider; werker; werkman); ;
operative
; ;
working man
;
🔗 Ze zegt dat Namour de leiding heeft over alle werkkrachten van buiten.
gravity
🔗 Niet alleen de grootte van de zwaartekracht is variabel over de Aarde, maar ook haar richting.

DutchEnglish
kracht efficaciousness; efficacy; employee; energy; expressiveness; force; fortitude; goodness; intensity; might; muscle; pith; potency; power; puissance; spirit; steel; strength; stress; thews; vigour; vim; wallop; worker; zing
aan kracht verliezen run out of steam
alle krachten bijzetten spurt; put on steam
alle krachten inspannen put on steam
al zijn krachten inspannen exert one’s utmost strength
in de kracht van zijn leven in his prime; in the prime of life
krachten verzamelen get up steam
kracht van wet hebben have the force of law
met alle krachten with might and main
met halve kracht half speed
met kracht amain
met vereende krachten with united efforts; unitedly
met volle kracht all out; at full speed; full speed; at top speed
op eigen kracht under its own power; under one’s own steam
op krachten komen rally; regain strength; recuperate
uit kracht van in virtue of; by virtue of
zijn krachten beproeven op try one’s hand at
zijn krachten herkrijgen regain one’s strength
zijn krachten verzamelen gather one’s strength
zijn krachten wijden aan devote one’s energy to
aantrekkingskracht power of attraction; weight; appeal; attraction; magnetism; pull
arbeidskrachten labour force
bekrachtigen authenticate; authorize; confirm; corroborate; ratify; validate; verify; sanction
betoogkracht argumentative power
bewijskracht cogency; conclusiveness; evidential force; conclusive force
daadkracht energy
draagkracht ability to bear; capacity to pay; carrying capacity; range
drijfkracht drive; impellent; mainspring; motor; moving force; driving force; driving power; motive power; moving power; mover
geestkracht spirit; mental power; strength of mind; energy; intellectual power
geneeskracht healing power; curative power; virtue
groeikracht vegetative faculty; vigour; vitality
heerkracht force majeure
hulpkracht auxiliary; additional worker; temporary worker; help; helper; assistant
kiemkracht germination capacity; germinative power
kleefkracht adhesive strength
koopkracht bargaining power; purchasing‐power; spending‐power; buying power
krachtbron source of power; power source
krachteloos boneless; effete; insubstantial; nerveless; null; pithless; toneless; powerless; impotent; invalid
krachtig cogent; effective; effectively; effectual; efficacious; efficaciously; efficient; emphatic; emphatical; energetic; energetical; firmly; forceful; forcible; generous; intense; like a house on fire; lustily; lusty; of a good body; pithily; pithy; potent; powerful; powerfully; racy; sound; strenuous; strong; vigorous; virile; rugged; sappy; stout; sustaining; telling; trenchant; two‐fisted; robust; nourishing; strongly; energetically; vital; vigorously
krachtlijn line of force
krachtmeter try‐your‐strength machine
krachtmeting trial of strength; showdown
krachtoverbrenging transmission of power; power‐transmission
krachtpatser bruiser; muscleman; strong‐arm man; strongman
krachtproef test case; trial of strength; test of strength
krachtseenheid dynamic unit
krachtsinspanning effort; exertion
krachtsport strength sports
krachtstroom three‐phase electric power
krachtterm expletive; strong word; strong expression; swear‐word
krachtveld field of force; force‐field
krachtverspilling waste of energy
krachtvoer concentrate
leerkracht teacher; schoolteacher; member of the teaching staf
levenskracht vitality; life‐force; vital power
lichaamskracht physical strength; bodily strength
magneetkracht magnetic force
mankracht manpower
mannenkracht manly strength
natuurkracht force of nature
onderwijskracht teacher
ontkrachten weaken
oproepkracht stand‐by worker
overredingskracht persuasive power; persuasiveness; power of persuasion; persuasive powers
overtuigingskracht force of conviction; convincing power; cogency
paardekracht horsepower; HP
rechtskracht legal force; force of law
reuzenkracht gigantic strength
scheppingskracht creative power
spankracht expansion; tension; tensile force; elasticity; resilience
spierkracht beef; biceps; brawn; muscle; thews; muscular strength
stoomkracht steam‐power
stormkracht gale force
strijdkrachten armed forces
stuwkracht buoyancy; drive; impulsive; moving force; projectile force; propulsion; push; send; propulsive force; impulsive force; driving power
toverkracht magic; spell; magic power; witchcraft
trekkracht pull; traction; drawing‐power; tractive power
uitzendkracht temp; temporary employee
veerkracht bounce; buoyancy; elasticity; resilience; resiliency; spring; tonicity
verbeeldingskracht fancy; imagination
verkrachten rape; ravish; violate
waterkracht water power
zwaartekracht attraction of gravity; gravitation; gravitational force; gravity