English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word sound

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(strike; resound)
🔗 Presently a step sounded behind him.
(noise);
🔗 This time the horse made no sound at all.
(right; true; correct; valid);
gelijk hebbend
; ; ;
(prudent; reasonable; sensible; far‐sighted; judicious; wise)
(peal; ring; clang; toll);
(deeply; profoundly; fast)
(prime; quality)
🔗 The cloak itself was sound enough.
; ; ;
werplood
;
zinklood
(plumb; sound out);
(solid); ;
🔗 The Ukrainian defence of Bachmut remains strategically sound as it continues to consume Russian manpower and equipment as long as Ukrainian forces do not suffer excessive casualties.
(Sunda)
sound barrier
sound file
sound out
(plumb; sound)
; ; ;
vissen naar
sound the alarm
(alarm; raise the alarm)
;
postsoni
; ;
(sound; strike); ; ; ;
(talkie)
soundness
(rightness; truth; validity)
unsound
(worm‐eaten)
vermborita
unsound
(wrong; fallacious; false; incorrect)
ongelijk hebbend

EnglishDutch
Sound Sont
sound ausculteren; bekloppen; betrouwbaar; blazen op; degelijk; deugdelijk; doen; doen klinken; doen weerklinken; doortimmerd; ernstig; fiks; flink; gaaf; galm; galmen; gedegen; geluid; geschal; gezond; goed; grondig; klank; klinken; kloppen op; krachtig; laten horen; laten klinken; laten schallen; lijken; loden; luiden; naar beneden duiken; onbedorven; onderzoeken; peilen; polsen; reëel; schallen; solide; solied; sonde; sonderen; steekhoudend; sterk; toon; uitbazuinen; uithoren; uitspreken; vast; verantwoord; weerklinken; zeeëngte; zwemblaas
be sound asleep vast slapen
heart sound harttoon
hissing sound sisklank
it sounds a good idea het lijkt een goed idee
metallic sound metaalklank
nasal sound neusgeluid
safe and sound behouden; gezond en wel; goed en wel
sound amplifier geluidsversterker
sound a retreat de aftocht blazen
sound asleep vast in slaap
sound barrier geluidsbarrière
sound body klankkast
sound box klankkast
sound effect geluidseffect
sound engineer geluidstechnicus
sound equipment geluidsapparatuur; geluidsinstallatie
sound file geluidsbestand
sound hole galmgat
sound in body and mind gezond naar lichaam en geest
sound in life and limb gezond van lijf en leden
sound insulation geluidsisolatie
sound isolation geluidsisolatie
sound mixer geluidstechnicus
sound off zijn mening geven
sound off about zijn mening geven over
sound off on zijn mening geven over
sound one’s horn claxonneren; op zijn hoorn blazen; toeteren
sound out onderzoeken; polsen; uithoren
sound picture geluidsfilm
sound recording geluidsopname
sound signal geluidssignaal
sound somebody iemand polsen
sound somebody on iemand polsen over
sound source geluidsbron
sound the alarm aan de bel trekken; alarm blazen; alarm slaan
sound the assembly verzamelen blazen
sound the horn claxonneren; op de hoorn blazen; toeteren
sound the praises of aanprijzen; de loftrompet steken over
sound the rally verzamelen blazen
sound the retreat de aftocht blazen
sound track filmmuziek; geluid; geluidsband; geluidsspoor
sound vibration geluidstrilling
sound wave geluidsgolf
to the sound of music op de tonen van de muziek
resound daveren; doen weerklinken; galmen; nagalmen; naklinken; resoneren; schallen; weergalmen; weerklinken
sound‐board klankbodem; klankbord
sound‐change klankverandering
sound‐deadening geluiddempend
sound‐film geluidsfilm
sounding geluidgevend; holklinkend; klinkend; loding; peiling; sonderen
soundless geluidloos; onpeilbaar
soundly fiks; flink; geducht; gezond; terdege; vast
soundness degelijkheid; deugdelijkheid; gaafheid; gegrondheid; gezondheid; soliditeit; trefzekerheid
sound‐proof geluiddicht; geluiddicht maken
speech‐sound spraakgeluid; spraakklank
ultrasound echoscopie; ultrageluid
unsound aangestoken; bedorven; niet gaaf; onbetrouwbaar; ondeugdelijk; ongezond; onsolide; onsterk; wrak; zwak