Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word keuren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(verwerpen; wraken; veroordelen);
disapprove
;
disapprove of
;
rebuke
🔗 Heer Ollie keek hem afkeurend na.
(berispen; gispen; laken; wraken)
rebuke
; ; ;
(afwijzen; weigeren; afslaan);
disallow
;
declare unfit for use
;
deklari netaŭga
🔗 Er was, gedurende de afgelopen oorlog, een tijd dat alle piloten die waren afgekeurd bij mij terechtkwamen.
deklari invalida
(billijken);
countenance
;
🔗 Dat zou de rechter niet goedkeuren.
(goedkeuring);
endorsement
; ;
authorization
re‐examine
reekzameni
(onderzoek)
examination
;
(inspectie)
inspection
🔗 Ik zal u nu aan dokter Schwartz overdragen, die de medische keuring verricht.

DutchEnglish
keuren assay; examine; inspect; sample; taste; test; vet
iemand geen blik waardig keuren not deign to look at somebody
afkeuren blame; censure; condemn; decry; deprecate; disallow; disapprove; disapprove of; discommend; dispraise; rebuke; reject; reject as unfit; scrap; declare unfit for use; take a dim view of; take a poor view of
goedkeuren accept; approve; approve of; clear; confirm; countenance; go through; okay; pass; pass fit; greenlight
herkeuren re‐examine; examine again
keur bye‐law; choice; hallmark; élite; selection
keurder tester; assayer; inspector; judge
keuring test; assay; assaying; examination; inspection
keurmeester assayer; inspector; judge
keurmerk platemark
keurstempel hallmark; stamp