Information about the word herkeuren (Dutch → Esperanto: reekzameni)

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɦɛrkørə(n)/
Hyphenationher·keu·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) herkeur(ik) herkeurde
(jij) herkeurt(jij) herkeurde
(hij) herkeurt(hij) herkeurde
(wij) herkeuren(wij) herkeurden
(jullie) herkeuren(jullie) herkeurden
(gij) herkeurt(gij) herkeurdet
(zij) herkeuren(zij) herkeurden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) herkeure(dat ik) herkeurde
(dat jij) herkeure(dat jij) herkeurde
(dat hij) herkeure(dat hij) herkeurde
(dat wij) herkeuren(dat wij) herkeurden
(dat jullie) herkeuren(dat jullie) herkeurden
(dat gij) herkeuret(dat gij) herkeurdet
(dat zij) herkeuren(dat zij) herkeurden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
herkeurherkeurt
Participles
Present participlePast participle
herkeurend, herkeurende(hebben) herkeurd

Translations

Englishre‐examine
Esperantoreekzameni