Information about the word wraken (Dutch → Esperanto: mallaŭdi)

Synonyms: afkeuren, afkraken, berispen, gispen, laken, kleineren

Part of speechverb
Pronunciation/ˈvrakə(n)/
Hyphenationwra·ken

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) wraak(ik) wraakte
(jij) wraakt(jij) wraakte
(hij) wraakt(hij) wraakte
(wij) wraken(wij) wraakten
(jullie) wraken(jullie) wraakten
(gij) wraakt(gij) wraaktet
(zij) wraken(zij) wraakten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) wrake(dat ik) wraakte
(dat jij) wrake(dat jij) wraakte
(dat hij) wrake(dat hij) wraakte
(dat wij) wraken(dat wij) wraakten
(dat jullie) wraken(dat jullie) wraakten
(dat gij) wraket(dat gij) wraaktet
(dat zij) wraken(dat zij) wraakten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
wraakwraakt
Participles
Present participlePast participle
wrakend, wrakende(hebben) gewraakt

Usage samples

De Republikeinse presidentskandidaat Rick Santorium wilde dinsdag in Michigan niet terugkomen op zijn gewraakte beweringen over het Nederlandse euthanasiebeleid.

Translations

Danishdadle
Englishrebuke; reproach; reprove; scold; censure; condemn; decry; slam; belittle
Esperantomallaŭdi
Germanzurechtweisen
Norwegiandadle
Saterland Frisiantougjuchtewiese; touwiskje
Spanishcensurar; desaprobar; reprender; reprobar