Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord wonen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(huizen; resideren; woonachtig zijn) | ; ; ; ; | |
🔗 Ik woon bij u in de straat. | ||
(resideren) | rezidi | |
inhabit | loĝi en | |
(aanwezig zijn; getuige zijn van) | ; | |
🔗 Ik wil het bijwonen. | ||
enloĝi | ||
🔗 Hij kwam bij haar inwonen na de dood van haar man. | ||
🔗 Omwonenden wordt geadviseerd ramen en deuren te sluiten vanwege aanhoudende rookoverlast. | ||
cohabit ; live together | kunloĝi | |
🔗 Ten slotte kwamen we overeen dat wij gedurende mijn verblijf in de Franse hoofdstad zouden gaan samenwonen. | ||
(behuizing) | ; ; | |
🔗 De drie doden werden aangetroffen in een woning. | ||
houseboat | ||
🔗 Is Navarth aan boord van de woonboot? | ||
(huiskamer; woonvertrek; zitkamer) | ; sitting‐room | |
🔗 De woonkamer zag er hetzelfde uit als de vorige avond. | ||
woonplaats (domicilie) | dwelling‐place ; ; | |
🔗 Ik ben tijdelijk zonder woonplaats. | ||
; ; | ||
(behuizing; woonstede; woning) | ; ; | |
🔗 Dan heb u geluk dat de poel zo dicht bij uw woonstee ligt. | ||
🔗 Bij Russische raketaanvallen afgelopen nacht op een woonwijk in Zaporižžja zijn zeker 12 mensen gedood, meldt de gouverneur. |
Nederlands | Engels |
---|---|
wonen | ⇆ abide; ⇆ dig; ⇆ dwell; ⇆ house; ⇆ live; ⇆ lodge; ⇆ reside; ⇆ stay |
bewonen | ⇆ be in occupation of; ⇆ inhabit; ⇆ occupy; ⇆ live in; ⇆ dwell in; ⇆ reside in |
bijwonen | ⇆ assist at; ⇆ attend; ⇆ witness |
inwonen | ⇆ live in; ⇆ live at home |
omwonende | ⇆ neighbour |
samenwonen | ⇆ chum; ⇆ cohabit; ⇆ cohabitation; ⇆ hive; ⇆ live together; ⇆ shack up; ⇆ share a house |
uitwonen | ⇆ let go to ruin |
woning | ⇆ abode; ⇆ dwelling; ⇆ dwelling‐place; ⇆ habitation; ⇆ house; ⇆ lodging; ⇆ mansion; ⇆ place; ⇆ residence; ⇆ tenement; ⇆ abidance |
woonadres | ⇆ living address |
woonboot | ⇆ houseboat |
woonkamer | ⇆ sitting‐room; ⇆ living‐room; ⇆ lounge; ⇆ parlour |
woonplaats | ⇆ abode; ⇆ domicile; ⇆ dwelling‐place; ⇆ habitation; ⇆ residence |
woonstede | ⇆ home |
woonwagen | ⇆ caravan; ⇆ gypsy‐cart; ⇆ mobile home; ⇆ living‐waggon |
woonwijk | ⇆ housing estate; ⇆ residential area |