Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord abode

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(dwelling; residence)
(accommodation; whereabouts)
(linger; remain; stay; sojourn)
restadi
(keep; remain; rest; stay; stay over; stop; tarry);
(brook; condone; endure; put up with; stand; stomach; tolerate; bear);
🔗 She made my face such that I cannot abide my own sight.

EngelsNederlands
abodeuitstel; verblijf; verblijfplaats; vertoef; woning; woonplaats
fixed abodevaste woonplaats
holiday abodevakantiewoning
place of abodeverblijfplaats
take up one’s abodezich metterwoon vestigen; zijn intrek nemen
abideafwachten; beiden; dragen; dulden; toeven; uithouden; uitstaan; verbeiden; verblijven; verdragen; vertoeven; volharden; wonen