Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord spring‐balance
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
balance (fly; balance‐wheel) | ||
balance (poise; bob) | ||
balance (balance with a bank; bank balance) | ||
balance | ||
balance | ; | saldi |
balance (scales) | ; | |
balance (equilibrium) | ; | |
balance (assess) | de balans opmaken | |
balance | in balans zijn ; in evenwicht zijn | egalpezi |
balance | in balans brengen | egalpezigi |
balance (remainder; rest) | ||
balance (stabilize; steady) | ||
(well up; arise; well) | ; | |
(fountain; source; fount; well; fountain‐head; well‐spring) | ||
(dash; hurtle; rush; surge; leap; shoot forward; spank; zip) | voorwaarts stormen ; zich werpen op | |
(spring‐time) | ; | |
🔗 Spring is late everywhere. | ||
(jump; leap) | ||
lente‐ ; voorjaars‐ | ||
(come; derive; originate; result; stem) | ; | deveni |
(pounce) | alsalti | |
(bound) | ||
🔗 Turjan sprang forward, dodging the wild sweep of her sword, seized her around the waist, and dragged her to the ground. |
Engels | Nederlands |
---|---|
spring‐balance | ⇆ veerbalans |
balance | ⇆ balanceren; ⇆ balans; ⇆ banksaldo; ⇆ bilan; ⇆ evenwicht; ⇆ evenwichtigheid; ⇆ harmonie; ⇆ in balans zijn; ⇆ in evenwicht brengen; ⇆ in evenwicht houden; ⇆ in evenwicht zijn; ⇆ in harmonie zijn; ⇆ kloppen; ⇆ onrust; ⇆ opwegen tegen; ⇆ rest; ⇆ salderen; ⇆ saldo; ⇆ sluiten; ⇆ sluitend maken; ⇆ tegen elkaar afwegen; ⇆ tegenwicht; ⇆ tegoed; ⇆ uitbalanceren; ⇆ vereffenen; ⇆ verevenen; ⇆ waag; ⇆ weegschaal |
spring | ⇆ bron; ⇆ doen dichtslaan; ⇆ doen opspringen; ⇆ doen springen; ⇆ drijfveer; ⇆ laten springen; ⇆ lente; ⇆ ontspringen; ⇆ ontspruiten; ⇆ oorsprong; ⇆ opjagen; ⇆ opkomen; ⇆ opschieten; ⇆ opspringen; ⇆ plotseling aankomen met; ⇆ springader; ⇆ springbron; ⇆ springen; ⇆ springen over; ⇆ sprong; ⇆ van veren voorzien; ⇆ veer; ⇆ veerkracht; ⇆ veren; ⇆ verrijzen; ⇆ voorjaar; ⇆ voortkomen; ⇆ voortspruiten |