Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord spring

Nederlands/Engels
Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(well up; arise; well);
(fountain; source; fount; well; fountain‐head; well‐spring)
(dash; hurtle; rush; surge; leap; shoot forward; spank; zip)
voorwaarts stormen
;
zich werpen op
(spring‐time);
🔗 Spring is late everywhere.
(jump; leap)
lente‐
;
voorjaars‐
(come; derive; originate; result; stem);
deveni
(pounce)
alsalti
(bound)
🔗 Turjan sprang forward, dodging the wild sweep of her sword, seized her around the waist, and dragged her to the ground.
afspringen op
alsalti al
🔗 He sprang at her with an exulting cry.
spring beauty
(miner’s lettuce; Indian lettuce; winter purslane)
kleine winterpostelein
; ;
witte winterpostelein
spring evening
printempa vespero
spring heath
(winter heath; winter flowering heather; alpine heath)
vleeskleurige dophei
;
vleeskleurige dopheide
;
spring onion
(green onion; salad onion; scallion)
spring pheasant’s eye
(yellow pheasant’s eye; false hellebore; pheasant’s eye)
spring snowflake
spring up
;
(leap upon; pounce upon)
🔗 Mazirian watched with pleasure as the reptile sprang upon the momentarily relaxing man, who jerked himself clear by the thickness of his skin.
spring upon
(leap upon; pounce upon)
ĵeti sin sur
spring water
;
welwater
spring wintergreen
(eastern teaberry; checkerberry; boxberry; American wintergreen; deerberry)
(godetia; satin flower);
spring‐board
springplank
spring‐cleaning
voorjaarsschoonmaak
printempa purigado
spring‐time
(spring)
springy
(elastic)		;
well‐spring
(fountain; source; spring; fount; well; fountain‐head)

EngelsNederlands
springbron; doen dichtslaan; doen opspringen; doen springen; drijfveer; laten springen; lente; ontspringen; ontspruiten; oorsprong; opjagen; opkomen; opschieten; opspringen; plotseling aankomen met; springader; springbron; springen; springen over; sprong; van veren voorzien; veer; veerkracht; veren; verrijzen; voorjaar; voortkomen; voortspruiten
helical springspiraalveer
moving springdrijfveer
spring actionvering
spring a leakeen lek krijgen
spring atafspringen op; springen naar; toespringen op
spring awaywegspringen
spring backterugspringen
spring beautykleine winterpostelein; winterpostelein; witte winterpostelein
spring breakkrokusvakantie
spring daylentedag
spring downnaar beneden springen
spring eveninglenteavond
spring fairvoorjaarsbeurs
spring fatiguevoorjaarsmoeheid
spring fevervoorjaarsmoeheid
spring forwardtoespringen
spring fromafstammen van; ontspringen aan; ontspruiten uit; ontwellen; stammen van; voortkomen uit; voortspruiten uit
spring half termkrokusvakantie
spring heathsneeuwheide; vleeskleurige dophei; vleeskleurige dopheide
spring into lifeopduiken; plotseling tot leven komen
spring mattressspringmatras
spring onionlente‐ui
spring overcoatdemi‐saison
spring pheasant’s eyevoorjaarsadonis
spring salevoorjaarsopruiming
spring salesvoorjaarsopruiming
spring snowflakelenteklokje
spring somebody from prisoniemand uit de gevangenis ontslaan
spring something on somebodyiemand met iets op het lijf vallen
spring to armste wapen snellen
spring to lifeopduiken; plotseling tot leven komen
spring upontstaan; opduiken; opkomen; opschieten; uit de grond schieten; verrijzen; zich verheffen
spring uponbespringen; toespringen op
spring waterbronwater; welwater
spring wintergreenbergthee
take a springeen sprong doen
thermal springwarme bron
where do you spring from?waar kom jij ineens vandaan?
coil‐springspiraalveer
dayspringdageraad
farewell‐to‐springgodetia; zomerazalea
hairspringspiraalveer
headspringhoofdbron
life‐springlevensbron
locking‐springsluitveer
mainspringdrijfkracht; drijfveer; hoofdoorzaak; slagveer
piston‐springzuigerveer
spring‐balanceveerbalans
spring‐beetlespringkever
spring‐boardspringplank; sprinkplank
spring‐boxspringbak
spring‐chickenpiepkuiken
spring‐cleangrote schoonmaak houden; voorjaarsschoonmaak houden
spring‐cleaninggrote schoonmaak; voorjaarsschoonmaak
spring‐flowervoorjaarsbloem
spring‐headbron; oorsprong
spring‐likelenteachtig; lente‐; voorjaarsachtig
spring‐monthslentemaanden
spring‐rollloempia
spring‐songlentelied
spring‐timelente; lentetijd
spring‐wheatzomertarwe
springyelastisch; springerig; veerkrachtig; verend
well‐springbron; bronwel