Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord presence‐room
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(attendance) | ; ; ; | |
🔗 Her presence was known! | ||
(chamber; ward) | ; | |
🔗 Turjan sighed and left the room. | ||
(space) | ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
presence‐room | ⇆ ontvangkamer |
presence | ⇆ aanwezigheid; ⇆ bijzijn; ⇆ geestverschijning; ⇆ houding; ⇆ nabijheid; ⇆ presentie; ⇆ tegenwoordigheid; ⇆ verschijning; ⇆ vóórkomen |
room | ⇆ aanleiding; ⇆ een kamer bewonen; ⇆ gelegenheid; ⇆ grond; ⇆ kamer; ⇆ lokaal; ⇆ lokaliteit; ⇆ plaats; ⇆ plaatsruimte; ⇆ reden; ⇆ ruimte; ⇆ vertrek; ⇆ zaal |