Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord get the sack

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
get the sack
(quit; resign; back out; step down; get the bag; get the boot; get the bounce; get the mitten; get the push)
(acquire; obtain; gain; secure; impetrate)
(arrive; end up); ;
🔗 But how did they get here?
(attain; reach; arrive at; gain)
; ;
🔗 They expected to get Kyiv in two days and then have a parade here.
(procure; obtain)
havigi al si
(cause; make; have; bring)
(fetch; pick up; bring)
(become; grow; arise);
🔗 They just get worse.
(lay hold of; pick up; take); ;
🔗 I have to get you to Nynaeve.
(procure)
provizi sin per
(have; receive; catch);
🔗 If what Putin wanted was attention, he got that.
(send for; bring; fetch);
🔗 Shall I get a doctor?
(lead); ;
(arise; commence; materialize; start; come into being);
(provide; deliver; supply; procure); ; ;
🔗 Where did you get those clothes?
(happen)
;
(discharge; dismiss; fire; oust; remove; expel; jilt; bounce; chuck; ditch; give the push; send packing; give the sack; give the boot; give the mitten);
🔗 Another sacked general, Ivan Popov, also has not been seen since an audio recording of him criticising the military was shared publicly by a Russian legislator.
(discharge; dismiss; fire; retrench; lay off)
🔗 As recently as Monday the president called Comey a liar and said he had been right to sack him.
(bag; sac; pouch)
🔗 Half the room was stacked to the ceiling with sacks of grain.
(discharge; paying off; dismissal; lay‐off; firing)

EngelsNederlands
get the sack de bons krijgen; eruit vliegen; zijn congé krijgen
get aanboren; aanschaffen; begrijpen; bekomen; betrekken; bezorgen; ertoe krijgen; geraken; halen; hebben; in bezit krijgen; in zijn macht krijgen; komen; krijgen; laten; nemen; opdoen; pakken; raken; snappen; te pakken krijgen; vatten; verdienen; verkrijgen; worden; zich aanschaffen
sack <een wijnsoort>; bed; de bons geven; de zak geven; hobbezak; koffer; nest; ontslaan; ontslag; plunderen; plundering; uitplunderen; uitplundering; zak